Geschiedenis
Historie en erfgoed
Geschiedenis
Het landgoed Klein Enghuizen is aan het begin van de 20e eeuw ontstaan uit het landgoed Enghuizen, waarvan de geschiedenis begint met Evert van Enghusen.
Evert van Enghusen is in 1326 in het bezit van “’t Goet te groten Engehuse” en zijn nakomelingen blijven lange tijd eigenaar. Er is een Jacob die kinderloos sterft in 1483 en zijn tante Margriet is “Professide suster van Merriengrave binnen Doesburch, erve haeres vader ende broeders Gerrit Palix ende sijne zonen Jacob van Enghusen”. Margriet was dus in het klooster, en samen met het genoemde klooster verkocht zij Enghuizen in 1488 aan Seger van Voorst. Seger van Voorst kwam uit Keppel en was dus met recht een man uit de streek. Zijn echte naam was Van Heeckeren, maar zijn tak noemde zich naar zijn erfenis Van Rechteren en stamde in de vrouwelijke lijn af van de familie Van Voorst. Sweder noemde zich eerst Van Heeckeren genaamd Rechteren zei Voorst. De Van Voorsten bleven katholiek en Seger emigreerde naar Emmerich toen Zutphen de kant van de staat koos. Kort voor zijn dood in 1598 moet hij zijn teruggekeerd naar Hummelo, waar hij zijn kasteel verwoest aantrof.
Zijn zoon Sweder had al in 1600 de kant van de Spaanse koning gekozen, die hem met eerbewijzen overlaadde. Dit maakte hem onmogelijk in de Republiek, en in 1619 verkocht hij zijn bezit aan zijn zwager Franco van Swieten, wiens kleinzoon Johan Otto Enghuizen het in 1636 overdroeg aan Everhart van Heeckeren, in wiens nageslacht het landgoed tot 1923 bleef.
Ook toen was de omgeving niet erg aanlokkelijk. Hij begon het landgoed in cultuur te brengen en boerderijen te bouwen. Waar toen heide was, met waterpoelen, sloten en moerassen, is nu grasland. Van Heeckeren bestuurde Enghuizen vanuit Zutphen, waar hij later land en boerderijen verpachtte.
In 1938 werd het landgoed verdeeld tussen de broers Adolph Sweder Hubertus Adolph Reinhardt Zeyger Graaf van Rechteren Limpurg en Adolph Reinhardt Zeyger Graaf van Rechteren Limpurg, die Klein Enghuizen erfde en het doorgaf aan zijn dochter Elisabeth Marguérite Carola gravin van Rechteren Limpurg. Deze laatste liet Klein Enghuizen na aan de kleinzoon van Adolph Reinhardt Zeyger Graaf van Rechteren Limpurg, Georg Alexander Graf zu Solms-Laubach. Samen met zijn vrouw Bettina en zijn dochter Mara heet hij u van harte welkom op het landgoed.
Monumenten
Het landgoed wordt mede getypeerd door de bebouwing die aanwezig is. Op het landgoed staan namelijk 2 gemeentelijke monumenten en maar liefst 6 rijksmonument. Drie van die rijksmonumenten behoren tot het uitspanning “Het Wapen van Heeckeren”. Een van de gebouwen behorende tot dit complex is een historische doorrijschuur, één van de laatsten in Nederland.
Een aantal boerderijen die horen bij het landgoed hebben bijzondere namen, zoals Jena en Bautzen. De boerderijen hebben de namen gekregen door H.J.C.J. van Heeckeren. Hij was eigenaar van Enghuizen van 1831 tot 1862. In deze tijd maakte hij deel uit van het leger van Napoleon. De boerderijen hebben dan ook namen gekregen van veldslagen die hij meemaakte met het leger van Napoleon. De boerderijen zijn herkenbaar aan de rood-gele wapenkleuren op de luiken.
Jachtpalen
In de bossen en naast de wegen en paden kan men nog verschillende zogeheten ‘jachtpalen’ vinden. Deze palen werden vooral rond de 19e eeuw op grenzen van gebieden geplaatst waarover men het jachtrecht bezat. Deze gebieden moesten in die tijd afgepaald worden om zo aan te duiden dat het specifieke gebied niet bejaagd mocht worden door iemand anders dan de jachthouder. De palen moesten het volgende uiterlijk hebben volgens de, destijds geldende, Jachtwet: “palen van zes voeten Rijnlands boven den grond hoog“, met het opschrift “privatieve Jagt“.
Vandaag de dag zijn veel van deze palen helaas verdwenen. Op landgoed Klein Enghuizen staan echter nog diverse jachtpalen die in nog in originele staat verkeren. Op een van deze palen is de tekst “Heeckeren van Enghuizen Privatieve Jagt” nog te lezen. In 2020 is een ooit vernielde jachtpaal weer in ere hersteld. Deze is op de exacte plaats aan de Hessenweg terug gezet om de historische grens ‘levend’ te houden.
Jachtpaal Hessenweg